Wanneer de druk in de cv-ketel lager is dan 1.2 Bar, moet deze bijgevuld worden. Je kunt hiervoor de volgende stappen volgen:

1. Sluit met een schroefdraad een vulslang aan op een waterkraan
2. Om lucht in het cv-systeem te voorkomen, vul eerst de slang met water
3. Sluit de vulslang aan op een vulnippel (een kraan) van de cv-installatie
4. Trek de stekker van de cv uit het stopcontact
5. Check of de uiteinden van de slang stevig vast zitten
6. Open langzaam de waterkraan om de druk op te bouwen
7. Open de vulkraan door de nippel een kwartslag te draaien
8. Vul de cv-ketel tot tussen de 1.2-2 Bar
9. Sluit beide kranen
10. Haal de slang weg, maar pas op voor water wat uit de slang kan komen
11. Zet de cv weer aan en ontlucht hierna alle radiatoren