Centrale verwarming

Bij een centrale verwarming vindt er warmteontwikkeling plaats in de cv-ketel. Deze warmte wordt daarna verspreid vanuit de warmtebron via slangen of verwarmingsbuizen om de verschillende ruimtes te kunnen verwarmen.

Cv-installatie met water
Water is in Nederland het meest gebruikte medium om warmte mee te transporteren. Het doel van de cv-ketel is dan ook om het water dat door de leidingen naar de radiatoren loopt te verwarmen. Het water dat afgekoeld is komt uiteindelijk weer terug in de Cv-ketel, zodat het opnieuw opgewarmd kan worden. De meeste radiatoren kunnen afzonderlijk geregeld worden door een radiatorkraan, doordat deze een eigen heen- en teruggaande leiding hebben.

De met water gevulde cv-installatie bevat een expansievat wat er voor zorgt dat er geen grote drukverschillen ontstaan. Wanneer dit vat niet aanwezig is, zou de druk in het systeem zo erg kunnen toenemen dat een leiding of ander onderdeel barst. De waterdruk moet ongeveer 1 á 2 bar zijn. Daarnaast is er een overdrukventiel wat er voor zorgt dat de cv-installatie veilig kan functioneren. Het zorgt er namelijk voor dat wanneer de druk hoger wordt dan een bepaalde waarde, de overtollige druk kan ontsnappen.

Temperatuur regeling
Meestal wordt de temperatuur geregeld door middel van een kamerthermostaat. De radiatoren die in deze kamer staan zijn niet afzonderlijk geregeld, ze staan daarentegen altijd aan. In andere ruimtes kunnen thermostaatkranen geplaatst worden, die de doorstroming van de radiatoren reguleren.